Wie naar het zuiden van Tunesië reist en op zoek is naar de sporen van een groots verleden, mag Sbeitla de plek waar het oude Sufetula ooit bloeide zeker niet overslaan. Deze archeologische parel ligt midden in het binnenland en ademt historie. Van indrukwekkende tempels en mozaïeken tot restanten van badhuizen en olijfpersen. De overblijfselen van de Romeinse stad nemen je mee terug in de tijd. Na een bezoek aan de heilige moskee van Kairouan reden we in zo’n twee uur richting Sbeitla. De route voert je door een licht heuvelachtig landschap, tot je plotseling langs een uitgestrekte ruïnestad rijdt.
De historische stad Sufetula
Sufetula, zoals de Romeinen het huidige Sbeitla noemden, werd gesticht rond het derde kwart van de 1e eeuw na Christus. Onder keizer Vespasianus kreeg de stad de status van municipium, een zelfstandige stad binnen het Romeinse rijk. Niet veel later, tijdens het bewind van Marcus Aurelius (161–180 n.Chr.), werd Sufetula verheven tot colonia, de hoogste status voor een Romeinse stad buiten Italië.
De stad dreef op de vruchtbare grond rondom de oued (rivier) en was economisch gezien vooral belangrijk vanwege haar olijfolieproductie. Dat zie je nog steeds terug. In de ruïnes zijn resten van olijfpersen gevonden, die getuigen van een rijke landbouwcultuur.
Na regen komt zonneschijn
Bij aankomst in Sbeitla regende het. Dat is een zeldzaamheid in deze regio. We besloten te wachten in de bar van Hotel Sufetula met een prachtig uitzicht op de Romeinse ruïnes. Zodra de bui over was, trokken we eropuit. In twee uur verkenden we een deel van de archeologische vindplaats, die zó groot en rijk aan details is dat we de volgende ochtend nog een keer terugkeerden, dit keer met veel zon.
Het gevoel dat je krijgt tijdens het rondlopen is uniek. De stad is nog altijd te herkennen aan haar stratenplan, de prachtige mozaïeken, goed bewaarde badhuizen en natuurlijk de tempelgroep van Jupiter, Juno en Minerva. In plaats van één tempel voor deze Capitolinische drie-eenheid zoals gebruikelijk in Rome, kregen de goden hier elk hun eigen gebouw. Dit zijn dan ook de beter bewaarde gebouwen van Sufetula.
Dwalen tussen tempels en badhuizen
Wat Sbeitla onderscheidt van veel andere Romeinse vindplaatsen is de vrijheid die je hebt als bezoeker. In Tunesië zijn de ruïnes vaak open en ongerept. Geen hekken of afzettingen maar juist de mogelijkheid om overal te lopen, te kijken, te voelen. Dat maakt de ervaring veel levendiger dan in veel Europese opgravingen.
Een hoogtepunt voor ons waren de overblijfselen van de badhuizen. Je kunt letterlijk onder de vloeren kijken en zien hoe het verwarmingssysteem werkte. Daarnaast was het prachtig om tussen de drie tempels door te lopen, die nog opvallend goed bewaard zijn gebleven. Tot slot vind je op de meest random plaatsen prachtige mozaïeken die niet zijn afgezet met een lint of bedekt zijn met een doek. Ze zijn er gewoon: je kunt erop staan, wat aarde wegschuiven met je voet en nieuwe stukken mozaïek vinden. Dat is echt uniek!
Je toegangsticket voor de site geeft ook toegang tot een klein museum maar wij kozen ervoor om onze tijd in het openluchtmuseum te besteden. Bij de ingang staan regelmatig lokale gidsen klaar om je rond te leiden. Handig als je meer wilt weten. Zelf besloten we te dwalen op eigen tempo en zochten we extra informatie op via onze telefoons tijdens het lopen.
Zo zag Sufetula er ooit uit
Dankzij een gedetailleerde reconstructietekening van Jean-Claude Golvin kregen we een nog beter beeld van hoe indrukwekkend Sufetula moet zijn geweest. De stad had een klassiek Romeins stratenpatroon, monumentale poorten, aquaducten, badhuizen en grote openbare pleinen. Deze afbeelding is bij een van de eerste informatieborden te vinden maar staat ook online op de website van Jean-Claude Golvin.

Praktische informatie en tips
Sbeitla zelf is een klein stadje van zo’n 40.000 inwoners. Je vindt er genoeg voorzieningen zoals kleine hotels, restaurants en cafés. Wij sliepen in onze microcamper op de parkeerplaats van Hotel Sufetula voor 30 dinar (ongeveer €10) met toegang tot douche en toilet. Basic, maar prima. Het hotel zelf leek stil door het laagseizoen maar het uitzicht op de ruïnes vanuit de bar of vanaf het zwembad is zeker een pluspunt.
Op zoek naar iets lekkers? Bezoek zeker Pâtisserie Le Gourmand Sbeitla. Hier proefden we Arabische koffie (café turq) en een assortiment koekjes aangeboden met een glimlach. Ons brood haalden we bij Boulangerie Jerbi, een lokale bakker in een woonwijk. Nadat we het brood hadden gekocht en terug naar de auto liepen kregen we zelfs nog twee Mille-feuille gebakjes mee. Een soort tompouce, maar dan net iets hartiger en rijker van smaak. Een absolute aanrader!

Terug in de tijd
Een bezoek aan Sbeitla en de oude stad Sufetula is een reis door de tijd. Terwijl je tussen de tempels, mozaïeken en verweerde badhuizen wandelt, voel je dat dit ooit een levendige stad is geweest in het Romeinse Rijk. Een overnachting in de stad is handig wanneer je op doorreis bent naar het zuiden. Uiteraard hangt dit af van je plannen, maar onze volgende bestemming was Metlaoui, op ongeveer twee uur rijden. Om de reis wat ontspannender te maken kozen we ervoor om in Sbeitla te overnachten. Meer dan één nacht is in mijn optiek niet nodig tenzij je van plan bent om te gaan hiken op de Mghilla-berg (Jebel Mghilla). Aangezien deze berg een negatief reisadvies heeft van de Nederlandse overheid hebben wij een hike in dit gebergte overgeslagen. Het advies heeft waarschijnlijk te maken met de militaire oefeningen die hier regelmatig worden gehouden.